Willem Stehouwer 11-11-2019|
2
minuten

Rijden op waterstof kent veel voordelen: het is schoon, veilig, gemakkelijk en kan financieel voordelig zijn. Toch zijn er ook nog veel vooroordelen over deze technologie. In deze blog bespreek ik de vijf meest voorkomende misverstanden.

Misverstand 1: Waterstof kan niet binnen gebruikt worden

Veel mensen denken dat waterstof werkt met een verbrandingsmotor en dat je het daarom niet binnen, bijvoorbeeld in een magazijn, kunt gebruiken. Dit is echter niet het geval. Een voertuig dat rijdt op waterstof werkt als volgt: in een brandstofcel wordt waterstof (H) uit de tank in contact gebracht met zuurstof (O₂) uit de lucht. Bij de reactie tussen beide stoffen komt elektriciteit vrij, waarmee een elektromotor aangedreven wordt. Daarnaast stoot een brandstofcel alleen water (H₂O) en warmte uit. Er is dus geen sprake van een brandstof die verbrand wordt en er komen geen schadelijke stoffen vrij. 

Misverstand 2: Waterstof is duurder dan andere oplossingen

De investering in voertuigen die rijden op waterstof ligt inderdaad hoger dan bij loodzuurbatterijen of lithium-ion-accu’s, omdat de technologie nog relatief nieuw is. Ter vergelijking: de investering in een loodzuurbatterij ligt rond de 125,- euro per kWh. Voor lithion-ion is dit onder de 500,- euro gezakt, maar dit was enkele jaren geleden nog ruim boven de 1.000,- euro. Voor waterstof ligt de investering per kWh nu nog rond de 3.000,- euro, maar de verwachting is dat dit, net zoals eerder bij lithium-ion, snel daalt naarmate de technologie meer toegepast wordt. Zeker als voertuigen 24 uur per dag worden ingezet en als er sprake is van de gehele logistiek op waterstof, dan is waterstof interessant.

Misverstand 3: Waterstof is gevaarlijker dan benzine, LPG of batterijen

Net als iedere brandstof kent waterstof risico’s. Maar als er gewerkt wordt met goed gecertificeerd en door een vakman onderhouden materieel, dan zijn de risico’s niet groter dan bij bijvoorbeeld LPG. Waterstof is officieel geclassificeerd als ‘highly toxic and explosive’ (klasse 2.1). Het is ontvlambaar en moet onder strikte voorwaarden opgeslagen worden. Echter, in de praktijk ontstaat zelden explosiegevaar omdat waterstof zo’n licht gas is, en dus opstijgt in plaats van zich net boven de grond te verzamelen. Bovendien zijn benzine en LPG ook licht ontvlambaar. Als je kijkt naar de ongevallencijfers in de eerste helft van de vorige eeuw – toen er in Nederland veel waterstof werd gebruikt voor onder andere stadsverwarming en stadsverlichting - dan zie je dat er procentueel meer ongelukken gebeurden met gas dan met waterstof.

Misverstand 4: De benodigde infrastructuur voor rijden op waterstof is er nog niet

Voor auto’s en vrachtwagens op de openbare weg gaat dit inderdaad op, hoewel er plannen zijn om deze infrastructuur snel uit te breiden. Voor material handling is het relatief eenvoudig om een waterstofopslag en tankpunt op locatie te realiseren, zoals sommige bedrijven al doen voor  LPG- of diesel. De verkrijgbaarheid van waterstof vormt in Nederland geen probleem. Er wordt volop waterstof geproduceerd en er is een uitgebreid distributienetwerk voor waterstofgas.

Misverstand 5: Rijden op waterstof is vooral interessant vanwege duurzaamheid

Duurzaamheid is natuurlijk een belangrijke reden, maar er zijn ook echt logistieke én financiële voordelen met waterstof te behalen. Zeker bij complexe, grote logistieke operaties biedt waterstof voordelen. Batterijen zijn dan veel gedoe, moeten regelmatig onderhouden worden en vragen ook veel discipline van de medewerkers. Voertuigen op waterstof bieden dan meer gemak: ze zijn beter bestand tegen complexe processen, waarbij het veel hollen en stilstaan is.

Wilt u eens van gedachten wisselen over het logistieke proces binnen uw organisatie? Vul dan het contactformulier in voor een vrijblijvend gesprek.

Neem vrijblijvend contact op

Willem Stehouwer
Willem Stehouwer | Linkedin

Energy expert material handling